Gevelgedicht Geluk siert gebouw Olympiaveste Almere

Geluk in Olympiakwartier West, Almere.

Aan de oostgevel van het woongebouw Olympia-veste is op initiatief van architect Jan Dittmar en in opdracht van Woningcorporatie de Alliantie een gevelgedicht aangebracht. GEEN POEHA, zaak voor poëzie mocht dit muurgedicht produceren. Aan de oostgevel prijkt nu een fragment uit het gedicht Geluk van dichter Mark Boog, in een ontwerp van Atelier René Knip (ARK). Het gebouw staat in de nieuwe wijk Olympiakwartier West in Almere. Het is zichtbaar vanaf de perrons van het nabijgelegen NS station Almere Poort. Het fragment aan de gevel:

fragment gevelgedicht Geluk van Mark Boog

In deze opdracht werkte GEEN POEHA samen met de betrokken en enthousiaste initiatiefnemer Jan Dittmar van Dittmar Architecten en André de Reus van de ontwikkelaar Did vastgoedontwikkeling. Jan Dittmar ontwierp het woongebouw voor Woningcorporatie de Alliantie. De oostgevel, als blinde muur naar het spoor gekeerd, leek hem een uitgelezen kans om het gebouw niet alleen met stenen en ramen tot zijn omgeving te laten spreken. GEEN POEHA stelde een selectie van gedichten samen waaruit uiteindelijk door de Alliantie en Jan Dittmar, Mark Boogs’ gedicht Geluk werd gekozen. Het volledige gedicht:

gedicht Geluk van Mark Boog

Het fragment aan de kopgevel bestrijkt ruim 10 meter in de breedte met (aluminium) letters rond 43 cm hoog. Het gehele gedicht is in een kleiner ontwerp uitgevoerd op een aluminium plaat naast de entree aan het Zomerspelenplein. De eindregel van het fragment zien we terug in de hal.

Het gedicht refereert aan (t)huis, geluk, leven, de plek waar je je bevindt. Het geeft veel ruimte voor eigen interpretatie en herlezing. Ook het gekozen losstaande fragment, de 3e strofe, dat in afstemming met Boog als vierregelig fragment aan de gevel is ontworpen, verleidt de lezer erover na te denken.

Het gedicht past bij de locatie, een wooncomplex met 40 sociale huurwoningen voor starters, je kan het lezen als ‘daar is het geluk.’ (Het geluk is waar wij zijn) en we bepalen ons eigen leven en geluk (hier). Een positief aanknopingspunt bij het wonen op deze locatie. Ook de verwijzing naar ‘het geluk is waar wij zijn’, past bij de mobiliteit van de trein.

dichter Mark Boog

Mark Boog (1970) is schrijver van zes romans en acht dichtbundels. Hij won in 2001 de C. Buddingh’-prijs voor het beste poëziedebuut en de VSB-poëzieprijs in 2006 voor de bundel De encyclopedie van de grote woorden (Cossee, 2005), waar het gedicht Geluk uit komt. Ook ontwikkelde hij de poëzie app DichtBij.

Boog licht desgevraagd toe dat hij in het gedicht het alledaagse geluk voorop stelt, en niet, in zijn eigen woorden, ‘de verhevenheid van geluk’. Hoewel sommige recensenten menen dat Boog met het gedicht afstand neemt van ‘huiselijk calvinistisch geluk’ neemt hij juist afstand van deze zoektocht naar ‘het verheven geluk’. Hij stelt dat Geluk overkomelijk is, geen voorwaarde voor ons leven, we gaan aan het werk, en keren ernaar terug: hoewel we het koesteren (in de vitrine plaatsen) is het geluk juist in het alledaagse, het geluk in de kleine dingen. In een NRC artikel destijds (Rijghart,5-5-2006): “Geluk bestaat ook alleen buiten jezelf. Geluk is een roes. Als je de roes registreert, is het pure geluk weg.

In 2021 gaf Boog eigen beheer een heruitgave uit, de Uitgebreide en Herziene encyclopedie van de grote woorden, voor slechts €8,- te bestellen via deze link.

Ontwerp Atelier René Knip

Atelier René Knip werd door GEEN POEHA gevraagd voor een ontwerp van het (fragment van het) gedicht aan de gevel en bij de entree. Hij verzorgde eveneens de signing van het gebouw, zoals de huisnummers. In de ontwerpen is gebruik gemaakt van een font uit zijn ARKtype collectie. Hij licht toe over zijn ontwerp:

“Voor de dichtregels op de gevel en het gedicht bij de entree heb ik gezocht naar een heldere, moderne letter uit mijn eigen collectie architectonische letterontwerpen. Deze letter past goed bij de lengte / breedte verhoudingen van de kopse gevel. De letter is constructief geometrisch en tijdloos van karakter, maar heeft door zijn optische correcties en rondingen op de hoeken toch een menselijk en aaibare uitstraling.”

Knip is onder meer de ontwerper van alle tegeltableaus in Oostlijn te Amsterdam en de huisontwerper van het Koninklijk Concertgebouworkest.